Wat is PAR

Planten zijn foto-autotrofen – ze gebruiken een smalle lichtband tussen 400 nm en 700 nm als energiebron om voedselmoleculen te maken van koolstofdioxide en water. Dit proces is fotosynthese (het belangrijkste chemische proces op aarde). Het enige type licht dat fotosynthese mogelijk maakt, wordt gedefinieerd als Photosynthetically Active Radiation (PAR): de smalle lichtband tussen 400 nm – 700 nm. Licht buiten dit bereik is niet fotosynthetisch actief en zal geen grotere biomassa genereren voor diegenen die op zoek zijn naar een betere opbrengst.

PAR of fotosynthetische actieve straling moet worden gemeten. PAR is in wezen een meting van lichtemissie binnen het fotosynthetische bereik van 400-700 nm. Dit vertegenwoordigt het lichtgebied dat planten gebruiken voor fotosynthese of om te groeien. PAR wordt gemeten door de hoeveelheid micromol licht per vierkante meter per seconde. Hoewel PAR een belangrijke meting is, vertelt het slechts een deel van het verhaal. Er zijn veel gebieden binnen de PAR-schaal die planten slechts in kleine hoeveelheden opnemen, zoals in het groene bereik (560 nm).

Hoe PAR . te meten

Een spectrummeting wordt verkregen met behulp van een apparaat dat een spectrometer wordt genoemd. Deze twee metingen samen geven een compleet beeld van de effectiviteit van een lamp; PAR die kracht toont, en spectrum dat laat zien dat deze sterkte in de juiste golflengteverhouding is voor wat de plant daadwerkelijk kan gebruiken, en niet alleen verspilde energie. Deze twee meetinstrumenten produceren een aflezing die niet alleen laat zien welke golflengte of kleur wordt uitgezonden, maar ook de absorptiewaarde van die bepaalde golflengte. Door naar deze grafiek te kijken, kan men bepalen of het licht de juiste golflengten uitstraalt die door de plant worden gebruikt voor fotosynthese en bij de juiste absorptiepieken die nodig zijn voor een robuuste en hoogwaardige plantengroei. HID-lampen zijn een klassiek voorbeeld waarom het zo belangrijk is om beide metingen te overwegen. Deze traditionele lampen hebben behoorlijke PAR-waarden, maar wanneer hun spectrum wordt onthuld, wordt het duidelijk dat ze het grootste deel van hun energie in de verkeerde gebieden uitstralen, waardoor ze een inefficiënte verlichtingsoptie zijn.