Menusysteem
StatusschermToont de datum/tijd, de vermogensregelaar en maximaal twee sensorwaarden.
MenuBevat de kanaalbediening (alleen als het 🟢 Manual programma is geselecteerd), enkele veelgebruikte instellings-submenu’s en het Preferences submenu dat de rest van de instellingen bevat. De kanaalbediening is ook zichtbaar (niet instelbaar) bij afstandsbediening.
Selecteer programmaLaat de gebruiker kiezen tussen twee vooraf gedefinieerde programma’s of het 🟢 handmatige programma.
🔵 Grow Stelt de B:R-verhouding in op 1:1,5 en het schema van 6:00 tot 24:00.
🔴 Bloom Stelt de B:R-verhouding in op 1:4.0 en het schema op 12:00 tot 24:00
🟢 Handmatig Schakelt de handmatige regelaars in het menu in en schakelt het schema uitHet huidige programma wordt aangegeven door de kleur van het statusscherm.

Schema Schakel in. Of het schema al dan niet geactiveerd is. Het schema schakelt de uitgang uit wanneer het niet dag is volgens de interne klok.
Het schema wordt alleen gebruikt in de drie handmatige programma’s en wordt genegeerd voor afstandsbediening of slavenbesturing.
Dagstart
[0:00 .. 23:30]
(stap 0:30)
Stelt het begin en einde van de dag in. Dit kan met de hand worden ingesteld in stappen van 30 minuten. Day end’ kan worden ingesteld vóór ‘Day start’, in welk geval de dagcyclus doorloopt tot na middernacht.
(0:00 en 24:00 zijn dezelfde tijdstempel, alleen met een andere weergave).
Einde van de dag
[0:30 .. 24:00]
(stap 0:30)
KamerinstellingenGebied W
[0 ..200] (stap 5)
De grootte (in centimeter) van het effectieve verlichte gebied van dit armatuur. Dit kan de grootte zijn van een kweektent voor één armatuur, of de afstand tussen de armaturen in een raster.
Gebied L
[0 ..200] (stap 5)
Correctiee correctiefactor om rekening te houden met wand- en andere verliezen. Wanneer deze lager is dan 100%, worden de weergegeven PPFD- en DLI-waarden proportioneel verlaagd.
VoorkeurenVermogenseenheid
[%, Watt, PPF, PPFD, DLI].
De weergegeven vermogenseenheid. ⮕ Zie hoofdstuk De voedingseenheid vervangen.
Toon IDToon de netwerk ID (een soort IP adres), de hardware versie, software versie en systeem temperatuur.
Analoog ctrl
[LED, HID]
Selecteer welke van de twee analoge protocollen zal worden gebruikt, “LED” of “HID”. ⮕ Voor het gebruik ervan, zie hoofdstuk Chaining Fixtures.
Netwerk
[Slaaf, Meester, Lokaal]
Selecteer of deze regelaar fungeert als “Master” of “Slave” voor ketens zonder regelaar. Een derde optie is “Lokaal”, waarbij geen controlewaarden worden verzonden of ontvangen. ⮕ Zie voor meer informatie het hoofdstuk Chaining Fixtures, paragraaf Master/slave modus zonder externe controller.
Datum/tijd instellenStel de interne klok in. ⮕ Zie hoofdstuk Stand-Alone Functionaliteit, paragraaf Klok controleren.
FabrieksherstelZet alle voor de gebruiker toegankelijke instellingen en voorkeuren terug. Na het herstarten, presenteert het de programmakiezer.
SensorinstellingenPT Nominaal
[0 .. 50] (stap 1)
De ideale planttemperatuur (in °C)
PT-afwijking
[0,5 … 10] (stap 0,5)
Het aantal graden dat de gemeten temperatuur van de installatie mag afwijken van de nominale waarde. ⮕ Zie voor meer informatie het hoofdstuk Randapparatuur, paragraaf Planttemperatuur (PT) Camera.
Display-instellingenToon grafiek %Of informatieve overlays op de grafiek moeten worden getoond. Dit maakt met name de rasterlijnen, de R:G:B percentages en de B:R verhouding mogelijk. Schakel dit uit voor een schoner uiterlijk. De melding “Nachtmodus” wordt ongeacht deze optie op de kaart getoond.
Time-out
[10s, 1m, 30m, Nooit]
De duur dat het display aan moet blijven na de laatste gebeurtenis en wanneer er geen nabijheid meer wordt gedetecteerd.
NabijheidstestTest de nabijheidssensor (niet beïnvloed door hold-timers) met een schermvullend scherm dat gemakkelijk van een afstand te herkennen is. De sensor kan in ideale omstandigheden tot op 3 meter afstand detecteren.
Extra lichtNacht RGB
Rood, Groen, Blauw
De kleur van het hulplicht bij nacht. Voor meer informatie, zie hoofdstuk Werklamp.
Helderheid
[Uit, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, Max].
De helderheid van het hulplicht ’s nachts. Voor meer informatie, zie hoofdstuk Werklamp.
Proximity hold
[
<5s, 10s, 15s, 30s, 1m, 2m, 5m, 10m, 15m, 30m, 1h]
De duur dat het nabijheidslampje moet blijven branden nadat geen nabijheid meer wordt gedetecteerd. Voor meer informatie, zie hoofdstuk Werklamp.
NabijheidstestHetzelfde als hierboven, maar ook handig om snel de Working Light functie te testen.