In dit programma verschijnen bovenaan het menu vier extra schuifregelaars. Met twee schuifregelaars kunnen de witte en rode kanalen afzonderlijk worden geregeld, terwijl de andere schuifregelaars de meer natuurlijke regelmethode van vermogen en B:R-verhouding mogelijk maken.

De schuifknop op het Statusscherm werkt identiek aan de schuifknop Energie. Wanneer u de schuifregelaar op het scherm Status gebruikt, is de initiële B:R-verhouding gelijk aan de maximale B:R-verhouding van het armatuurmodel (⮕ Zie Bijlage A), gewoonlijk 1:4,5 of 1:4. Als de B:R-verhouding in het menu is gewijzigd, zal de armatuur proberen dezelfde verhouding te behouden wanneer het vermogen wordt gewijzigd vanuit het scherm Status. (Er gelden enkele voorbehouden, die hieronder worden beschreven.)

Individuele controle

De twee kanalen van de armatuur worden onafhankelijk aangestuurd. De sliders hebben een naam:

– Wit
– Rood

Het afzonderlijk aanpassen van Witte en Rode kanalen geeft u de meeste controle over de armatuur. Bij het verhogen vanaf 0% springt het eerst naar 5%. Afhankelijk van de geconfigureerde display-eenheid (zie hierboven) kan het andere waarden weergeven, maar het blijft een stap van 5%. Dit is een beperking van de LED-drivers, die niet kunnen worden gebruikt tussen 0% en 5%. Als u probeert een kanaal onder 5% in te stellen, wordt dat stuurprogramma uitgeschakeld. Terwijl u het Rode kanaal hoog en het Witte kanaal laag instelt, kan de B:R-schuifregelaar beide een waarde buiten het bereik weergeven (“1:–“). Dit is alleen de manier waarop het wordt weergegeven en heeft geen invloed op de werkelijke uitvoer. Wanneer echter wordt overgeschakeld op vermogens-/ratioregeling, zal de B:R-verhouding met kracht worden beperkt tot het handmatige bereik (1:1 tot 1:6).

Controle van vermogen en verhouding

De output wordt berekend op basis van het voorkeursvermogen en de B:R-verhouding. De sliders hebben een naam:

– Vermogen (werkt hetzelfde als de schuifbalk op het scherm Status)
– B: R

Het regelen van de output met behulp van de vermogens- en B:R-verhoudingsregeling is vaak de meest natuurlijke manier om te denken over wat een installatie in elk stadium van haar bestaan nodig heeft.

Power regelt de witte en rode kanalen tegelijkertijd, terwijl wordt geprobeerd de B:R-verhouding op dezelfde waarde te houden (afgerond op 1 decimaal).

Per definitie is het vermogen het maximum tussen het witte en het rode kanaal, uitgedrukt in percentage. Dit garandeert dat wanneer vermogen = 100%, ten minste één van de kanalen 100% is. Welke hangt af van de B:R verhouding. Wanneer het vermogen 100% is, betekent dit niet dat 100% van het nominale vermogen van de armatuur wordt gebruikt. Dat gebeurt alleen als zowel het witte als het rode kanaal op 100% staan.

Let op: Bij het verlagen van het vermogen onder circa 40% zal het Rode kanaal de 5% naderen waarbij de B:R niet meer kan worden gehandhaafd.

B:R regelt de verhouding tussen de rode en blauwe kanalen, uitgedrukt in de verhouding tussen licht in de bereiken 400-500nm (blauw) en 600-700nm (rood). De verhouding kan worden gevarieerd tussen 1:1 en 1:6 in stappen van 0,1. Bij het aanpassen van de B:R-verhouding wordt geprobeerd de vermogensregeling op dezelfde waarde te houden.

Het witte kanaal zelf heeft een B:R-verhouding van 1:1 (het zendt evenveel blauwe als rode fotonen uit). De verhouding zal niet precies 1:1 zijn wanneer u de metingen met een spectrofotometer controleert, maar het zal voor de meeste doeleinden dichtbij genoeg zijn. Het rode kanaal heeft per definitie een verhouding van 0:1, of 1:∞.

De verhouding wordt ook weergegeven in het spectrum als de optie “Toon grafiek %” niet is uitgeschakeld. Vanwege de beperkte ruimte wordt elke verhouding boven 1:10 weergegeven als 1:–, zowel in de kaart als bij de B:R instelling.

De bereiken 500-600nm (groen/geel) en 700-750nm (verrood/NIR) worden in geen enkele berekening gebruikt.